Twitter Facebook RSS Feed Email

Recensie: Van Dijk, Hiemstra en Conijn - Argumenteren voor juristen

Boek: Argumenteren voor juristen
Auteur: A.J. van Dijk (red), W.H. Hiemstra en H. Conijn
Uitgave: Noordhoff Uitgevers (2012)


_____________________

De laatste maanden zijn een aantal boeken uitgekomen die het juridisch argumenteren als onderwerp hebben. Noordhoff Uitgevers komt met het boek Argumenteren voor juristen, geschreven door Van Dijk, Hiemstra en Conijn.

Het is trouwens meteen opletten. Onder dezelfde titel verscheen eerder een boek van Van Eemeren, Feteris, Grootendorst, e.a bij dezelfde uitgever (destijds nog onder de vlag van Wolters-Noordhoff). Dit boek wordt echter niet meer uitgegeven. Dat ook de uitgever dit gegeven lastig vindt, blijkt wel uit hun verwijzing op de website naar de 4e druk van het boek. Het is toch echt de eerste druk:


Vorm
Het boek onder redactie van Van Dijk is wat mij betreft aan de prijzige kant. Voor € 35,50 mag een student in ieder geval van een studieboek iets verwachten. De eerste indruk is echter positief. Qua vorm heeft Noordhoff weer een fraai boek uitgegeven. Mooie opmaak, duidelijke hoofdstukindeling en een prettig gebruik van samenvattingen. Daarnaast zijn in het boek studievragen en antwoorden opgenomen, dus prima. Ieder hoofdstuk begint met een kleine casus, soms relevant, soms minder, maar altijd toegankelijk geschreven. Persoonlijk vind ik het een minpunt dat er geen directe bronverwijzingen zijn. Juist van een boek dat een ander moet aanzetten tot goed argumenteren verwacht ik - als voorbeeldfunctie - directe nootverwijzingen.

Inhoud
De schrijvers pretenderen een studieboek als ook een naslagwerk geschreven te hebben met Argumenteren voor juristen. De focus lijkt - door het ontbreken van directe verwijzingen - te liggen op het eerste. Zeven hoofdstukken moeten ervoor zorgen dat de student vaardig wordt in juridische argumentatie. De opbouw lijkt als gezegd logisch: eerst wordt de context beschreven (hoofdstuk 1), dan volgt een beschrijving van argumenteren in het algemeen (hoofdstuk 2 en 3), vervolgens wordt de focus gelegd op argumenteren in een juridische context (4 en 5) om vervolgens af te sluiten met het overbrengen van een betoog (hoofdstuk 6 en 7).

Een belangrijk bezwaar van het boek is misschien wel dat de lezer de indruk kan krijgen dat willekeurig een aantal theorieën en/of ideeën te moeten lezen zonder dat duidelijk is wat hij of zij hier mee aan moet. Zo wordt in het eerste hoofdstuk het verschil tussen ethos-pathos-logos - zoals beschreven door Aristoteles in de Retorica - uitgelegd. M.i. had nog veel sterker beschreven kunnen worden wat de student hier vervolgens mee kan. Ik had bijvoorbeeld verwacht dat in de latere hoofdstukken hier veel meer gebruik van was gemaakt, inclusief voorbeelden (er wordt wel naar verwezen in hoofdstuk 2 en 6 maar dit is erg minimaal). Het eerste hoofdstuk is sowieso niet het sterkste hoofdstuk. Ondanks dat het inleidend van aard is, is het vreemd dat er bij de argumentatietips bijvoorbeeld een opdracht wordt beschreven die niet eerder aan de orde is gekomen (zoals het in kaart brengen van pro- en contra-argumenten; dit wordt pas behandeld in hoofdstuk 2).

De daarop volgende hoofdstukken zijn beter. Het onderdeel argumenteren - hoofdstuk 2 - is mooi uitgewerkt. Met name 2.1 is sterk. De zorg die bijvoorbeeld is besteed aan de signaalwoorden - ook wel bekend als argumentatieve indicatoren - is prettig. We zien duidelijk een neerlandicus aan het werk. Ook in hoofdstuk 3 zien we - bijvoorbeeld in het onderdeel drogredenen (3.3.3) - een gelijke overzichtelijke aanpak. Misschien wordt wel in het deel dat in hoofdstuk 3 hieraan vooraf gaat wel te veel aandacht besteed aan de deductieve argumentatie. De argumentatie-liefhebber vindt het interessant om te lezen over de Eulercirkels maar voor de student Rechten in opleiding is dit misschien minder relevant?

Hoofdstuk 4 begint sterk. In dit hoofdstuk wordt de verbinding tussen recht en argumentatie gelegd. De aanpak is gestructureerd en wordt begeleid met veel voorbeelden. De diverse rechtsbronnen worden langsgelopen: eerst worden rechtsregels geanalyseerd en wordt het verschil tussen cumulatieve, noodzakelijke, alternatieve en voldoende voorwaarden uitgelegd. Vervolgens komt de rechtspraak/jurisprudentie, wetsgeschiedenis en de juridische literatuur aan de orde. Hoofdstuk 5 geeft een stappenplan voor het aanpakken van een juridische casus. Ook dit deel is goed te volgen mede doordat een voorbeeld wordt uitgewerkt.

De overgang naar hoofdstuk 6 en 7 is groot. De verbinding met bijvoorbeeld het stappenplan uit hoofdstuk 5 had veel explicieter beschreven moeten worden. Wordt bijvoorbeeld in hoofdstuk 6 - over tactiek en strategie - een nieuw of een aanvullend stappenplan gegeven? Het zevende hoofdstuk dat over pleiten gaat, kent hetzelfde bezwaar. De uitleg is prima maar het onderdeel is wat lastig te plaatsen ten opzichte van de eerdere hoofdstukken. Zo wordt uitgelegd dat in de romp van een juridisch betoog een argumentatie moet komen (blz. 167) maar wordt niet aangesloten bij de presentatievolgorde die beschreven wordt in hoofdstuk 2 (blz. 43). Een gemiste kans?

Mijn inhoudelijke eindconclusie is dat het boek Argumenteren voor juristen veel goede onderdelen kent. Het grootste bezwaar is dat de onderlinge samenhang tussen deze onderdelen wat mij betreft veel sterker beschreven (en vaker herhaald) had mogen worden. Sommige onderdelen lijken daarnaast wat ad hoc gekozen te zijn. De valkuil kan zijn dat een student 'gaat zwemmen'. Maar de uitleg die van de verschillende onderdelen vervolgens wordt gegeven, is gelukkig prima. Toch meer naslagwerk dan ik op het eerste oog had verwacht?