Boek: Met kracht van argumenten
Auteur: Arend Soeteman en Theo Rosier
Uitgave: Ars Aequi Libri (2010)
_____________________
Het boek Met kracht van argumenten wil een inleiding geven tot het beoordelen van juridische argumentaties. Het richt zich dus - op wat de schrijvers zelf ook noemen - passieve taalbeheersing. Het gaat om het kunnen onderkennen en beoordelen van argumentaties. De stap naar actieve taalbeheersing wordt niet gemaakt. Studenten die het boek gebruiken - al zal dit natuurlijk afhangen van hoe het boek precies gebruikt wordt - zullen niet leren zelf argumentaties op te zetten en te produceren.
De schrijvers hanteren als vooronderstelling dat juridische argumentaties in de eerste plaats gewone argumentaties zijn. Soeteman en Rosier gaan dus ervan uit dat de criteria die gelden voor argumentaties in het algemeen ook gelden voor juridische argumentaties. Deze aanpak valt te verdedigen. Dit bepaalt echter wel direct wat de lezer van het boek mag verwachten. De schrijvers geven in deel I - met als subtitel Juridische Argumentatie - eerder een inleiding in de algemene argumentatieleer dan een introductie in juridisch argumenteren. Met name door de voorbeelden ziet de lezer dat de doelgroep in beginsel de jurist is.
Wat ik een sterk onderdeel van het boek vind, zijn de twee hoofdstukken over de drogredenen. De plaats van drogredenen binnen het recht is soms wat lastig. Nu zijn binnen beleidsdiscussies of politieke discussies drogredenen aan de orde van de dag. Onderwijs hierin - aan bijvoorbeeld politici in opleiding, studenten beleidswetenschappen of beleidsmakers - behoeft om die reden weinig toelichting. Bij juristen ligt dit volgens sommige auteurs anders. Soeteman en Rosier maken echter door de gekozen voorbeelden op een sterke manier duidelijk waarom ook juristen kennis moeten dragen van de drogredenen. Al was het al om het analytisch vermogen aan te scherpen.
Het boek is gebaseerd op materiaal dat eerst als syllabus is ingezet aan de juridische faculteit van de Vrije Universiteit. Hier toont zich een mindere kant van het boek. Het blijft op punten een syllabus. Treffend:
Het boek sluit wel positief af, namelijk met oefenopgaven. Dit is mooi. Een index ontbreekt.
Mijn eindconclusie is dat het boek - in het rijtje boeken over juridisch argumenteren - geen uitschieter is. Het geeft een goede algemene inleiding in argumentatietheorie, maakt middels leuke voorbeelden een goede koppeling met het juridische maar kent ook een aantal grote bezwaren die waarschijnlijk vooral voortkomen uit het feit dat het eerst een syllabus was, gericht op een specifieke groep studenten.
Auteur: Arend Soeteman en Theo Rosier
Uitgave: Ars Aequi Libri (2010)
_____________________
Het boek Met kracht van argumenten wil een inleiding geven tot het beoordelen van juridische argumentaties. Het richt zich dus - op wat de schrijvers zelf ook noemen - passieve taalbeheersing. Het gaat om het kunnen onderkennen en beoordelen van argumentaties. De stap naar actieve taalbeheersing wordt niet gemaakt. Studenten die het boek gebruiken - al zal dit natuurlijk afhangen van hoe het boek precies gebruikt wordt - zullen niet leren zelf argumentaties op te zetten en te produceren.
De schrijvers hanteren als vooronderstelling dat juridische argumentaties in de eerste plaats gewone argumentaties zijn. Soeteman en Rosier gaan dus ervan uit dat de criteria die gelden voor argumentaties in het algemeen ook gelden voor juridische argumentaties. Deze aanpak valt te verdedigen. Dit bepaalt echter wel direct wat de lezer van het boek mag verwachten. De schrijvers geven in deel I - met als subtitel Juridische Argumentatie - eerder een inleiding in de algemene argumentatieleer dan een introductie in juridisch argumenteren. Met name door de voorbeelden ziet de lezer dat de doelgroep in beginsel de jurist is.
Wat ik een sterk onderdeel van het boek vind, zijn de twee hoofdstukken over de drogredenen. De plaats van drogredenen binnen het recht is soms wat lastig. Nu zijn binnen beleidsdiscussies of politieke discussies drogredenen aan de orde van de dag. Onderwijs hierin - aan bijvoorbeeld politici in opleiding, studenten beleidswetenschappen of beleidsmakers - behoeft om die reden weinig toelichting. Bij juristen ligt dit volgens sommige auteurs anders. Soeteman en Rosier maken echter door de gekozen voorbeelden op een sterke manier duidelijk waarom ook juristen kennis moeten dragen van de drogredenen. Al was het al om het analytisch vermogen aan te scherpen.
Het boek is gebaseerd op materiaal dat eerst als syllabus is ingezet aan de juridische faculteit van de Vrije Universiteit. Hier toont zich een mindere kant van het boek. Het blijft op punten een syllabus. Treffend:
"Met kan het betoog vollediger maken door verzwegen premissen aan te vullen. Maar dat vereist wel enig gepuzzel en denkwerk. Van u wordt niet verlangd dat u op het tentamen zulke ingewikkelde reconstructies van een betoog als hierboven kunt geven, laat staan de nog ingewikkelder verdere invulling. (bladzijde 58).Deel II - dat gaat over het analyseren van uitspraken - hangt waarschijnlijk om dezelfde reden er wat bij. In dit deel van het boek zijn uitspraken opgenomen die de student kan analyseren. Hiertoe wordt een stappenschema gegeven zonder enige toelichting. Ook ontbreekt een voorbeelduitwerking. Mogelijk werkt dit wel voor de colleges die gegeven worden aan de VU maar een geïnteresseerde niet-student lezer kan hier weinig mee. Desondanks betreft dit wel bijna de helft van het boek. De uitspraken zijn ondertussen via cgb.nl of rechtspraak.nl of via een juridische databank ook te vinden. Een gemiste kans?
Het boek sluit wel positief af, namelijk met oefenopgaven. Dit is mooi. Een index ontbreekt.
Mijn eindconclusie is dat het boek - in het rijtje boeken over juridisch argumenteren - geen uitschieter is. Het geeft een goede algemene inleiding in argumentatietheorie, maakt middels leuke voorbeelden een goede koppeling met het juridische maar kent ook een aantal grote bezwaren die waarschijnlijk vooral voortkomen uit het feit dat het eerst een syllabus was, gericht op een specifieke groep studenten.