Hoe kun je nu vaststellen of iemand daadwerkelijk een waardevolle mening heeft? Hiervoor zijn verschillende methodes. Een methode om dit te doen (dus om vast te stellen of een mening echt waardevol is) is door te onderzoeken of iemand een deugdelijke argumentatie hanteert..
Indien je de deugdelijkheid van een betoog onderzoekt, kijk je niet zozeer naar de inhoud van wat gezegd wordt, maar naar de wijze waarop iemand iets zegt. Je bestudeert kritisch de gebruikte argumentatie. Als er al argumentatie is. Als iemand helemaal geen argumentatie aandraagt, is sowieso natuurlijk sprake van een waardeloze mening. Ook al ben je het met het standpunt eens, als iemand het niet of niet goed kan onderbouwen is het niet deugdelijk. De insteek bij deze aanpak is dus dat een mening pas waardevol is als een betoog waarin de mening is verwoord voldoet aan bepaalde voorwaarden.
Dit klink nog vrij abstract maar ik zal een voorbeeld geven van een analyse. Dit is dus een analyse van de deugdelijkheid van een betoog om vast te stellen of sprake is van een waardevolle mening. Dit zal ik doen aan de hand van
de HART-criteria die staan beschreven in het boek Kritisch denken in de rechtspraktijk. Ik zal ook de argumentatiestructuur en de eventuele
argumentatieschema's benoemen.
Vraag
In hoeverre is de mening in de volgende tekst goed verwoord? M.a.w. voldoet het aan de deugdelijkheidscriteria als je de tekst kritisch analyseert en evalueert?
In hoeverre is de mening in de volgende tekst goed verwoord? M.a.w. voldoet het aan de deugdelijkheidscriteria als je de tekst kritisch analyseert en evalueert?
"Het kabinet moet de griffierechten niet verhogen. Dit kan namelijk overheidsorganisaties flink opbreken. Zij zullen namelijk naast een juridische inschatting ook financieel moeten inschatten of zij in hoger beroep gaan. Dit komt de rechtszekerheid niet ten goede. Daarnaast pakt het voorstel om de griffierechten te verhogen ook nadelig uit voor de burger. Voor kleine zaken waar juridisch gezien de uitkomst niet helder is, zal het niet meer lonen om een juridische procedure te starten. Of je wint maar dan heb je maandenlang in grote onzekerheid gezeten of je verliest en je moet dubbele kosten betalen."
Kritische beoordeling helderheid betoog
1-3 Om vast te stellen wat het standpunt is en wat de argumenten zijn en hoe deze zich tot elkaar verhouden, beginnen we met het vaststellen van de argumentatiestructuur:
S Kabinet moet griffierechten niet verhogen 1. Want het kan overheidsorganisaties flink opbreken 1.1 Want dat komt de rechtszekerheid niet ten goede 1.1.1 Want overheidsorganisaties zullen ook financiële afweging maken naast juridische inschatting 2. Want het pakt nadelig uit voor de burger 2.1 Want voor kleine zaken waar juridisch gezien de uitkomst niet helder is, zal het niet meer lonen om een juridische procedure te starten 2.1.1 Want of je wint en dan heb je maandenlang in grote onzekerheid gezeten of je verliest en je moet dubbele kosten betalen
Kritische vragen:
Is de volgorde van het betoog logisch? Antwoord: niet helemaal. Het onderdeel dat gaat over rechtvaardiging in het eerste argument komt later? De sprong naar rechtszekerheid is vreemd (zie verwegen elementen) en lastig te plaatsen. Het komt als laatste zin van het eerste argument terwijl het misschien eerder had moeten worden genoemd.
4. Wordt er veel verzwegen? Antwoord: ja. Een aantal voorbeelden:
- (1b) Als een maatregel overheidsorganisaties flink opbreekt, moet het kabinet niet een maatregel invoeren (of concreet: niet de griffierechten verhogen).
- (1.1b) Als iets de rechtszekerheid niet ten goede komt, gaat dit overheidsorganisatie flink opbreken.
- (1.1.1b) Als overheidsorganisaties ook een financiële afweging moeten maken naast een juridische inschatting zal dit de rechtszekerheid niet ten goede komen.
- (2.1b) Als het voor kleine zaken niet loont om een procedure te starten, is dit nadelig voor de burger.
5. Er wordt veel beweerd in deze tekst (deze zal ik hier niet verder uitwerken).
6. Om vast te stellen wat precies wordt bedoeld, moeten we een aantal zaken vaststellen.
a. De betekeniscontext is duidelijk. Het gaat hier om een politiek betoog. Het heeft als doel een bepaald beleidsvoornemen tegen te houden.
b. Worden er vage begrippen gehanteerd om ons te overtuigen?
- Wat is nu "rechtszekerheid"?
- Wat wordt precies bedoeld met “nadelig uitpakken”,
- “Niet helder juridische uitkomst”?
- "grote onzekerheid”.
- "kleine zaken". Wordt hier de kantonrechtersgrens mee bedoeld?
c. Is er sprake van ambiguïteit? Lijkt op het eerste gezicht van niet.
7. In het algemeen lijkt er geen ondersteuning te zijn voor wat beweerd wordt. Voor zowel de normen (bijvoorbeeld verzwegen norm 1b als voor de feiten ontbreekt iedere ondersteuning/bewijs. Waaruit blijkt bijvoorbeeld dat mensen echt maandenlang in onzekerheid zitten?
Kritische beoordeling relevantie
en toereikendheid betoog
8 - 10. Er zijn twee hoofdargumenten met ieder een eigen argumentatieschema:
Hoofdargument 1
Argument 1 lijkt causaal (= inductief argumentatieschema). Het ene leidt tot het andere (en dat moet je niet willen)
Kritische vragen om betrouwbaarheid van het argument vast te stellen:
- Is het argument relevant? Concreet, waarom is het relevant dat de maatregel overheidsorganisaties flink opbreekt? Is dit niet bij veel maatregelen zo? Hoort dit niet bij het overheid-zijn? Toch lijkt het wel relevant. Het heeft met het onderwerp te maken.
- Is het argument toereikend? Concreet, kan de maatregel ook tot iets anders leiden wat wel positief uitvalt voor de overheid? Komt de maatregel overheidsorganisaties niet juist ten goede (dit lijkt het geval: als minder mensen naar de rechter stappen, neemt dit toch de druk bij rechtbanken weg; dan pakt het toch voordelig uit?).
Hoofdargument 2
Argument 2 is ook causaal (= inductief argumentatieschema). De kritische vragen die gesteld zijn bij het eerste hoofdargument kun je hier ook stellen. Bij dit argument lijkt toereikendheid een issue te zijn. Zo wordt niets gezegd over zware zaken of wordt ingegaan waarom de overheid wel de griffierechten wil verhogen (tegen-tegenargumentatie). Ook wordt er een of/of-redenering redenering gebruikt die discutabel is. Kritische vraag: is er geen derde optie mogelijk? Het argument lijkt wel relevant te zijn.
Samenvatting analyse en evaluatie deugdelijkheid betoog
Is het een waardevolle mening? Niet als we naar de deugdelijkheid kijken. De argumentatiestructuur kan beter, er wordt veel verzwegen, er worden veel vage begrippen gebruikt en de relevantie en toereikendheid zijn matig gezien de gebruikte argumentatieschema's. Ergo: een niet-deugdelijke argumentatie.
8 - 10. Er zijn twee hoofdargumenten met ieder een eigen argumentatieschema:
Hoofdargument 1
Argument 1 lijkt causaal (= inductief argumentatieschema). Het ene leidt tot het andere (en dat moet je niet willen)
Kritische vragen om betrouwbaarheid van het argument vast te stellen:
- Is het argument relevant? Concreet, waarom is het relevant dat de maatregel overheidsorganisaties flink opbreekt? Is dit niet bij veel maatregelen zo? Hoort dit niet bij het overheid-zijn? Toch lijkt het wel relevant. Het heeft met het onderwerp te maken.
- Is het argument toereikend? Concreet, kan de maatregel ook tot iets anders leiden wat wel positief uitvalt voor de overheid? Komt de maatregel overheidsorganisaties niet juist ten goede (dit lijkt het geval: als minder mensen naar de rechter stappen, neemt dit toch de druk bij rechtbanken weg; dan pakt het toch voordelig uit?).
Hoofdargument 2
Argument 2 is ook causaal (= inductief argumentatieschema). De kritische vragen die gesteld zijn bij het eerste hoofdargument kun je hier ook stellen. Bij dit argument lijkt toereikendheid een issue te zijn. Zo wordt niets gezegd over zware zaken of wordt ingegaan waarom de overheid wel de griffierechten wil verhogen (tegen-tegenargumentatie). Ook wordt er een of/of-redenering redenering gebruikt die discutabel is. Kritische vraag: is er geen derde optie mogelijk? Het argument lijkt wel relevant te zijn.
Samenvatting analyse en evaluatie deugdelijkheid betoog
Is het een waardevolle mening? Niet als we naar de deugdelijkheid kijken. De argumentatiestructuur kan beter, er wordt veel verzwegen, er worden veel vage begrippen gebruikt en de relevantie en toereikendheid zijn matig gezien de gebruikte argumentatieschema's. Ergo: een niet-deugdelijke argumentatie.