Gisteren schoof in de BNR Friday Move Alex Brenninkmeijer aan. Een aantal malen verwees hij naar de 8 punten van een open overheid. Maar wat is nu de visie van de Nationale ombudsman op een open overheid? Een overzicht van de uitgangspunten (die - en dat is op zich theoretisch merkwaardig - voortkomen uit normen):
1. Maak zoveel mogelijk overheidsinformatie actief openbaar zodat iedereen zich een eigen oordeel kan vormen over bestuurlijke aangelegenheden.
2. Lever informatie zo aan dat deze goed toegankelijk is en zo mogelijk in de vorm waarin de verzoeker dat wenst.
3. Beschouw een verzoek om informatie niet primair als een WOB-verzoek. Stelt u zich coöperatief op en geef de gevraagde informatie ruimhartig tenzij er zwaarwegende belangen zijn die geheimhouding rechtvaardigen, zoals de privacy van personen.
4. Vermijd een juridische strijd rond het al dan niet verstrekken van overheidsinformatie. Als redelijkerwijs discussie mogelijk is over het al dan niet openbaar maken, ga dan een open gesprek aan en bekijk welke informatie bijdraagt aan transparantie voor de geïnteresseerde burger.
5. Respecteer de bijzondere rol van volksvertegenwoordigers en voelt u zich steeds medeverantwoordelijk voor het volledig en juist informeren van hen.
6. Respecteer de bijzondere rol van journalisten en de media bij het verkrijgen van overheidsinformatie en handel verzoeken om informatie voortvarend af zodat de vrijheid van nieuwsgaring effectieve bescherming vindt.
7. Als informatie niet direct beschikbaar is in de vorm van bestaande documenten overleg dan op welke wijze in redelijkheid aan de informatiebehoefte tegemoet gekomen kan worden. Maak daarbij afspraken over een redelijke tijdsplanning.
8. Als er strijd ontstaat over het al dan niet verstrekken van informatie stelt u zich dan primair de vraag welk maatschappelijk belang met de strijd gediend is en welk aandeel u of uw overheidsorganisatie heeft in deze strijd.
• Visie van de Nationale ombudsman op een open overheid, Nationale ombudsman, 2012
• BNR Friday Move, BNR, 10-02-2012
1. Maak zoveel mogelijk overheidsinformatie actief openbaar zodat iedereen zich een eigen oordeel kan vormen over bestuurlijke aangelegenheden.
2. Lever informatie zo aan dat deze goed toegankelijk is en zo mogelijk in de vorm waarin de verzoeker dat wenst.
3. Beschouw een verzoek om informatie niet primair als een WOB-verzoek. Stelt u zich coöperatief op en geef de gevraagde informatie ruimhartig tenzij er zwaarwegende belangen zijn die geheimhouding rechtvaardigen, zoals de privacy van personen.
4. Vermijd een juridische strijd rond het al dan niet verstrekken van overheidsinformatie. Als redelijkerwijs discussie mogelijk is over het al dan niet openbaar maken, ga dan een open gesprek aan en bekijk welke informatie bijdraagt aan transparantie voor de geïnteresseerde burger.
5. Respecteer de bijzondere rol van volksvertegenwoordigers en voelt u zich steeds medeverantwoordelijk voor het volledig en juist informeren van hen.
6. Respecteer de bijzondere rol van journalisten en de media bij het verkrijgen van overheidsinformatie en handel verzoeken om informatie voortvarend af zodat de vrijheid van nieuwsgaring effectieve bescherming vindt.
7. Als informatie niet direct beschikbaar is in de vorm van bestaande documenten overleg dan op welke wijze in redelijkheid aan de informatiebehoefte tegemoet gekomen kan worden. Maak daarbij afspraken over een redelijke tijdsplanning.
8. Als er strijd ontstaat over het al dan niet verstrekken van informatie stelt u zich dan primair de vraag welk maatschappelijk belang met de strijd gediend is en welk aandeel u of uw overheidsorganisatie heeft in deze strijd.
• Visie van de Nationale ombudsman op een open overheid, Nationale ombudsman, 2012
• BNR Friday Move, BNR, 10-02-2012