Zoals bekend heeft ook de Raad voor de rechtspraak gereageerd op de vervolging van twee oud-rechters voor meineed. Erik van den Emster, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, kwalificeert de kwestie zelf als een nachtmerrie. Maar is het nu een incident of niet? Een zaak die we niet te zwaar moeten aanzetten? Tijd voor een argumentatieve quick scan.
De argumentatiestructuur:
S. Het effect van deze kwestie moet niet worden gedramatiseerd.
1a. (want) de zaak is een unicum
1a.1a (want) ik ken geen andere voorbeelden van verdenkingen van rechters die onder ede zouden hebben gelogen
1a.1b (en) andere voorbeelden van niet-functionerende rechters die we kennen zijn niet relevant
1a.1b.1 (want) de zaak tegen Kalbfleisch en Westenberg is van een andere categorie
1a.1b.1.1 (want) die andere zaken gingen steeds over menselijke tekortkomingen in de privé-sfeer of bij de uitoefening van hun ambt
1b. (en) de zaak krijgt meer gewicht dan nodig
1b.1a (want) het gedrag van een afzonderlijke rechter straalt nu eenmaal - als automatisme - af op de rechterlijke macht
1b.1b (en) dit is anders dan bij andere beroepen / professionals
1b.1b.1 (want) bij chirurgen zie je dit bijvoorbeeld niet
1c. (en) een andere, minder afwachtende manier van handelen - zoals Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer vorig jaar voorstelde - was niet mogelijk
1c.1 (want) als rechters bezig zijn met lopende procedures, dan past het niet hen voor de voeten te lopen
1c.1.1 (want) het zou echt niet begrepen zijn als er buiten de lopende gerechtelijke procedures nog andere onderzoeken zouden zijn gestart
Analyse deugdelijkheid argumentatie.
Algemeen.
Het betoog zelf is natuurlijk helder. Wel worden een aantal verbindende uitspraken (de rechtvaardiging) verzwegen. Soms logisch, soms discutabel. Deze verzwegen elementen zijn in de structuur hierboven trouwens niet opgenomen. De hoofdstructuur is nevenschikkend (zie onder argument 1a) van aard.
Argument 1a. de zaak is een unicum
De verzwegen rechtvaardiging is dat als iets een unicum is, dan moet je het niet dramatiseren. Dit vraagt om toelichting. De geschiedenis kent immers genoeg unieke voorvallen met een enorme impact. Een impact die ook gerechtvaardigd lijkt te kunnen worden. Zo zorgde de Cafébrand Volendam 2000/2001 bij veel gemeenten voor een strenger handhavingsbeleid (volgens veel mensen was dit terecht; zie bronnen voor een voorbeeld). De eigenschap uniek-zijn is an sich dus geen reden om iets niet te dramatiseren. Nu wordt hier reeds op geanticipeerd: juist omdat nog meer argumenten worden aangedragen, mogen we aannemen dat het argument zelf nog niet als toereikend wordt gezien. De hoofdstructuur wordt nevenschikkend van aard.
De ondersteuning in dit argument is trouwens minimaal. Dat de voorzitter geen andere incidenten kent, zal niet direct overtuigen (helemaal nu deze kwestie sinds 1994 speelt). Ik ken niemand die "Sam" heet. Toch schijnt dit een veel gekozen voornaam te zijn.
De bewering in 1a.1b.1.1 ("de andere zaken gingen steeds over menselijke tekortkomingen in de privé-sfeer of bij de uitoefening van hun ambt") moeten we mogelijk niet aanvaarden. Wat wordt bedoeld met "een menselijke tekortkoming bij de uitoefening van het ambt" en in hoeverre verschilt dit nu wezenlijk van de huidige meineed-kwestie? Is het verschil de (verkeerde) intentie? Dit miskent dat menselijk foutief gedrag juist een groot grijs gebied kent. Mogen we daarnaast wel zoveel nadruk leggen op de intentie van de rechters in kwestie (nog los van de juridische vraag of hier daadwerkelijk sprake is van enige 'slechte intentie')? Ook rechters die zonder opzet niet naar behoren functioneren, komen immers in de media. Dit brengt ons direct bij argument 1b.
Argument 1b. de zaak krijgt meer gewicht dan nodig
Argument 1b lijkt te kort door de bocht. Als we de cirkelredenering van het hoofdargument vergeten (we moeten het niet dramatiseren want de zaak krijgt meer gewicht dan nodig) dan is hier sprake van een (1) analogie-argumentatieschema en (2) een causaal-argumentatieschema. De stelling is dat gedrag van een individuele rechter afstraalt op de gehele beroepsgroep én dat dit anders is dan bij andere andere professionals. Wie echter de onderwijs of zorg volgt, weet dat de analogie discutabel is. Vandaag werd bijvoorbeeld bekend dat de Haagse Hogeschool één medewerker heeft aangesteld op basis van prestatiebeloning. Het mag duidelijk zijn dat dit voorval uitstraalt naar het gehele Hoger Onderwijs. Nu gaat de analogie niet helemaal op maar naast de rechtspraak liggen meer 'instituten' onder een vergrootglas. Denk ook aan de advocatuur.
Het causale deel lijkt daarnaast juist de stelling te ontkrachten. Als vastgesteld kan worden dat het gedrag van een individuele rechter afstraalt op de gehele rechtspraak, dan is iedere aandacht die aan een zaak als deze wordt gegeven toch prima? De voorzitter: 'Feit is dat dit incident schadelijk is voor het vertrouwen van de burger in de rechtspraak.'. Als dit inderdaad een gegeven is dan is zelfs dit incident belangrijk.
Argument 1c. een andere, minder afwachtende manier van handelen was niet mogelijk
Het derde nevenschikkend argument is minder relevant. Stel we omarmen zelfs het argument en we moeten inderdaad concluderen dat een andere handelingswijze geen optie was. Dit maakt het incident niet minder 'dramatisch'. Niet de aanpak van de rechtspraak zelf in deze kwestie staat immers ter discussie als wel het gedrag van de twee rechters. Het argument mag niet overtuigen wat betreft dit standpunt. Misschien is het geen argument maar een nieuw standpunt?
Voorlopige conclusie
De argumentatie vraagt om meer toelichting.
Bronnen en verwijzingen.
• 'Verdenking van meineed incident, maar realiteit', Raad voor de rechtspraak, 09-02-2012
• Raad voor de Rechtsspraak: liegende rechters fout maar niet ernstig, HP/De Tijd, 09-02-2012
• Micha Kat over Kalbfleisch-gate: ‘Dit slaat een bres in het vertrouwen in de rechtspraak’, HP/De Tijd, 04-02-2012
• Op de toga van de rechter mag geen enkele vlek zitten, De Pers, 05-02-2012
• Hogeschool betaalde per diploma, Powned, 15-02-2012
• Nota Integrale Handhaving, visie op de handhaving en handhavingsbeleid gemeente De Ronde Venen, Overheid.nl, 30-01-2003
De argumentatiestructuur:
S. Het effect van deze kwestie moet niet worden gedramatiseerd.
1a. (want) de zaak is een unicum
1a.1a (want) ik ken geen andere voorbeelden van verdenkingen van rechters die onder ede zouden hebben gelogen
1a.1b (en) andere voorbeelden van niet-functionerende rechters die we kennen zijn niet relevant
1a.1b.1 (want) de zaak tegen Kalbfleisch en Westenberg is van een andere categorie
1a.1b.1.1 (want) die andere zaken gingen steeds over menselijke tekortkomingen in de privé-sfeer of bij de uitoefening van hun ambt
1b. (en) de zaak krijgt meer gewicht dan nodig
1b.1a (want) het gedrag van een afzonderlijke rechter straalt nu eenmaal - als automatisme - af op de rechterlijke macht
1b.1b (en) dit is anders dan bij andere beroepen / professionals
1b.1b.1 (want) bij chirurgen zie je dit bijvoorbeeld niet
1c. (en) een andere, minder afwachtende manier van handelen - zoals Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer vorig jaar voorstelde - was niet mogelijk
1c.1 (want) als rechters bezig zijn met lopende procedures, dan past het niet hen voor de voeten te lopen
1c.1.1 (want) het zou echt niet begrepen zijn als er buiten de lopende gerechtelijke procedures nog andere onderzoeken zouden zijn gestart
Analyse deugdelijkheid argumentatie.
Algemeen.
Het betoog zelf is natuurlijk helder. Wel worden een aantal verbindende uitspraken (de rechtvaardiging) verzwegen. Soms logisch, soms discutabel. Deze verzwegen elementen zijn in de structuur hierboven trouwens niet opgenomen. De hoofdstructuur is nevenschikkend (zie onder argument 1a) van aard.
Argument 1a. de zaak is een unicum
De verzwegen rechtvaardiging is dat als iets een unicum is, dan moet je het niet dramatiseren. Dit vraagt om toelichting. De geschiedenis kent immers genoeg unieke voorvallen met een enorme impact. Een impact die ook gerechtvaardigd lijkt te kunnen worden. Zo zorgde de Cafébrand Volendam 2000/2001 bij veel gemeenten voor een strenger handhavingsbeleid (volgens veel mensen was dit terecht; zie bronnen voor een voorbeeld). De eigenschap uniek-zijn is an sich dus geen reden om iets niet te dramatiseren. Nu wordt hier reeds op geanticipeerd: juist omdat nog meer argumenten worden aangedragen, mogen we aannemen dat het argument zelf nog niet als toereikend wordt gezien. De hoofdstructuur wordt nevenschikkend van aard.
De ondersteuning in dit argument is trouwens minimaal. Dat de voorzitter geen andere incidenten kent, zal niet direct overtuigen (helemaal nu deze kwestie sinds 1994 speelt). Ik ken niemand die "Sam" heet. Toch schijnt dit een veel gekozen voornaam te zijn.
De bewering in 1a.1b.1.1 ("de andere zaken gingen steeds over menselijke tekortkomingen in de privé-sfeer of bij de uitoefening van hun ambt") moeten we mogelijk niet aanvaarden. Wat wordt bedoeld met "een menselijke tekortkoming bij de uitoefening van het ambt" en in hoeverre verschilt dit nu wezenlijk van de huidige meineed-kwestie? Is het verschil de (verkeerde) intentie? Dit miskent dat menselijk foutief gedrag juist een groot grijs gebied kent. Mogen we daarnaast wel zoveel nadruk leggen op de intentie van de rechters in kwestie (nog los van de juridische vraag of hier daadwerkelijk sprake is van enige 'slechte intentie')? Ook rechters die zonder opzet niet naar behoren functioneren, komen immers in de media. Dit brengt ons direct bij argument 1b.
Argument 1b. de zaak krijgt meer gewicht dan nodig
Argument 1b lijkt te kort door de bocht. Als we de cirkelredenering van het hoofdargument vergeten (we moeten het niet dramatiseren want de zaak krijgt meer gewicht dan nodig) dan is hier sprake van een (1) analogie-argumentatieschema en (2) een causaal-argumentatieschema. De stelling is dat gedrag van een individuele rechter afstraalt op de gehele beroepsgroep én dat dit anders is dan bij andere andere professionals. Wie echter de onderwijs of zorg volgt, weet dat de analogie discutabel is. Vandaag werd bijvoorbeeld bekend dat de Haagse Hogeschool één medewerker heeft aangesteld op basis van prestatiebeloning. Het mag duidelijk zijn dat dit voorval uitstraalt naar het gehele Hoger Onderwijs. Nu gaat de analogie niet helemaal op maar naast de rechtspraak liggen meer 'instituten' onder een vergrootglas. Denk ook aan de advocatuur.
Het causale deel lijkt daarnaast juist de stelling te ontkrachten. Als vastgesteld kan worden dat het gedrag van een individuele rechter afstraalt op de gehele rechtspraak, dan is iedere aandacht die aan een zaak als deze wordt gegeven toch prima? De voorzitter: 'Feit is dat dit incident schadelijk is voor het vertrouwen van de burger in de rechtspraak.'. Als dit inderdaad een gegeven is dan is zelfs dit incident belangrijk.
Argument 1c. een andere, minder afwachtende manier van handelen was niet mogelijk
Het derde nevenschikkend argument is minder relevant. Stel we omarmen zelfs het argument en we moeten inderdaad concluderen dat een andere handelingswijze geen optie was. Dit maakt het incident niet minder 'dramatisch'. Niet de aanpak van de rechtspraak zelf in deze kwestie staat immers ter discussie als wel het gedrag van de twee rechters. Het argument mag niet overtuigen wat betreft dit standpunt. Misschien is het geen argument maar een nieuw standpunt?
Voorlopige conclusie
De argumentatie vraagt om meer toelichting.
Bronnen en verwijzingen.
• 'Verdenking van meineed incident, maar realiteit', Raad voor de rechtspraak, 09-02-2012
• Raad voor de Rechtsspraak: liegende rechters fout maar niet ernstig, HP/De Tijd, 09-02-2012
• Micha Kat over Kalbfleisch-gate: ‘Dit slaat een bres in het vertrouwen in de rechtspraak’, HP/De Tijd, 04-02-2012
• Op de toga van de rechter mag geen enkele vlek zitten, De Pers, 05-02-2012
• Hogeschool betaalde per diploma, Powned, 15-02-2012
• Nota Integrale Handhaving, visie op de handhaving en handhavingsbeleid gemeente De Ronde Venen, Overheid.nl, 30-01-2003