Om een goed lopend betoog te maken of om een betoog van een
ander te kunnen beoordelen, is het waardevol om vast te stellen welke structuur
het betoog heeft. Hiertoe worden vaak de volgende elementen onderscheiden: de enkelvoudige argumentatie, de nevenschikkende argumentatie, de onderschikkende
argumentatie en de meervoudige argumentatie. Al in teksten van Griekse denkers uit de oudheid zie je dit onderscheid terug (al waren de termen deze denkers nog vreemd). Hieronder een uitleg van de nevenschikkende argumentatie die vaak als lastig wordt ervaren. Helemaal de vraag of een
redenering nevenschikkend of meervoudig is, is soms moeilijk te beantwoorden. Ik zal toelichten waarom dit lastig is (en waarom dit niet erg is).
DEFINITIE
De nevenschikkende
argumentatie is een redenering die bestaat uit meerdere beweringen
die enkel gezamenlijk de conclusie onderbouwen. Een enkele bewering is niet toereikend: de beweringen moeten in samenhang gelezen worden.
Een eenvoudig voorbeeld
Het wordt een perfecte middag om
te sporten! In het begin van de middag is het namelijk zo goed als windstil en
kunnen we, als afgesproken, buiten
trainen voor het badmintontoernooi. Aan het eind van de middag zal echter de
wind flink opsteken zodat we ook nog kunnen gaan windsurfen.
Toelichting
Dat het de hele middag perfect is om te sporten (zo
wordt betoogd), heeft twee redenen die we samen
moeten lezen (zo meldt de argumentatie). In het begin van de middag is het perfect omdat het dan windstil
is én aan het eind van de middag is het perfect omdat dan de wind flink waait.
Samen maken ze de hele middag
perfect.
VORM
Vaak wordt de nevenschikkende argumentatie in een structuur
aangegeven met letters: a, b, c, etc. (afhankelijk hoeveel deelbeweringen
gedaan worden). Als het eerste argument nevenschikkend is dan wordt het dus 1a,
1b, 1c, etc. Sommige auteurs hebben er voor gekozen om ook het standpunt een nummer te geven.
Als in dat geval het eerste argument vervolgens nevenschikkend is, dan wordt het 1.1a,
1.1b, 1.1c, etc.
Voorbeeld nevenschikkend argument met nummering (waarbij standpunt geen nummer heeft)
S. Het wordt een perfecte middag
om te sporten!
1a. Want in het begin van de middag is het windstil en kunnen we, als afgesproken, buiten trainen voor het
badmintontoernooi.
1b. (en) aan het eind van de middag zal echter de wind flink opsteken zodat
we ook nug kunnen gaan windsurfen.
VIER VERSCHILLENDE NEVENSCHIKKENDE ARGUMENTATIES
In de praktijk kun je vier versies van een nevenschikkende
argumentatie terugzien.
Versie 1.
De makkelijkste. Als de persoon die betoogt een tijdsindeling
(als in bovenstaand voorbeeld) of geografische indeling maakt.
Voorbeeld
S. Heel Nederland heeft last gehad van het slechte weer
1a. In Noord-Nederland hadden ze te maken met veel schade door de harde wind
1b. Terwijl Zuid-Nederland met name had te maken met wateroverlast
Waarom is deze redenering nevenschikkend? Als er in
Noord-Nederland of als er in Zuid-Nederland niets was gebeurd dan zou het
standpunt niet juist zijn.
Versie 2.
De juridische. Om juridisch tot een conclusie te komen dat
iets het geval is, moet bijna altijd tegelijkertijd voldaan worden aan verschillende voorwaarden (in juridisch jargon: cumulatieve voorwaarden). Een dergelijke argumentatie krijgt de vorm van een
nevenschikkend betoog: pas als aan deze elementen is voldaan, is iets het geval. Een
(juridisch wat vereenvoudigd) voorbeeld:
Voorbeeld juridische nevenschikkende argumentatie
S. Er is in deze casus sprake van zware mishandeling
1a. Want X heeft Y zwaar
lichamelijk letsel toegebracht
1b. En X heeft dit met opzet
gedaan
(gebaseerd op) Artikel 302, eerste lid Wetboek van Strafrecht
1.Hij die aan een ander opzettelijk zwaar lichamelijk letsel
toebrengt, wordt, als schuldig aan zware mishandeling , gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde
categorie.
Waarom is deze argumentatie nevenschikkend? Van beide
voorwaarden (elementen) moet sprake zijn, willen we kunnen spreken van zware mishandeling.
Er moet zwaar lichamelijk letsel zijn én er moet opzet zijn.
Versie 3.
De expliciete rechtvaardiging. De bovenstaande juridische argumentatie kent in het betoog nog geen verwijzing naar de norm zelf. Dit zie je vaak in redeneringen: dat de algemene regel ontbreekt. Ook bij niet juridische redeneringen. Neem bijvoorbeeld de redenering: Jan kreeg een boete voor het rijden zonder verlichting want hij reed afgelopen nacht zonder licht met zijn fiets door de stad. We missen hier de algemene regel die stelt dat rijden zonder licht bij nacht verboden is (deze algemene regel is verzwegen). Compleet zou het argument zijn:
Versie 3.
De expliciete rechtvaardiging. De bovenstaande juridische argumentatie kent in het betoog nog geen verwijzing naar de norm zelf. Dit zie je vaak in redeneringen: dat de algemene regel ontbreekt. Ook bij niet juridische redeneringen. Neem bijvoorbeeld de redenering: Jan kreeg een boete voor het rijden zonder verlichting want hij reed afgelopen nacht zonder licht met zijn fiets door de stad. We missen hier de algemene regel die stelt dat rijden zonder licht bij nacht verboden is (deze algemene regel is verzwegen). Compleet zou het argument zijn:
Voorbeeld nevenschikkend argument met rechtvaardiging
S. Jan kreeg een boete voor het rijden zonder verlichting
1a. want hij reed afgelopen nacht zonder licht met zijn fiets door de stad
1b. terwijl hij als iedere burger verplicht is om bij nacht met verlichting te rijden (regel)
Voor de argumentatieliefhebber: ook in de redeneringen in versie 1 en in versie 2 ontbreekt de rechtvaardiging en zou deze - via een 1c - toegevoegd kunnen worden.
Versie 4.
De inhoudelijke. Dit is de lastigste versie van de
nevenschikkende argumentatie. Vaak beargumenteert iemand voor een bepaald
standpunt door het aandragen van verschillende argumenten. Soms zal sprake zijn van een meervoudige argumentatie: de de beweringen kunnen dan los van elkaar al voldoende zijn om de conclusie te onderbouwen. Maar soms moeten deze beweringen juist in samenhang worden gelezen teneinde de ander te overtuigen. Dan is sprake van een nevenschikkende argumentatie.
Voorbeeld inhoudelijk nevenschikkend argument
S. Wat is het een ellende in het verkeer
S. Wat is het een ellende in het verkeer
1a. want vaak zijn er files
1b. en daarnaast zijn er in Nederland
vaak wegwerkzaamheden
Het is bij eerste lezing je misschien niet meteen duidelijk waarom hier
sprake zou zijn van een nevenschikkende argumentatie. Stel dat er in Nederland
nauwelijks wegwerkzaamheden zijn, vindt de spreker – enkel nu er veel files
zijn – het dan niet nog steeds een ellende? Moeten we de argumenten nu los van elkaar lezen of is het alleen een ellende omdat er én
vaak files zijn én er daarnaast vaak wegwerkzaamheden zijn? Het woordje daarnaast lijkt het laatste wel te
impliceren (we moeten de argumenten samen lezen) maar het is wel afhankelijk
van de spreker en de interpretatie van
de toehoorder om vast te stellen of deze argumentatie echt nevenschikkend is of
meervoudig. Wat het nog gecompliceerder maakt, is dat de files en werkzaamheden ook nog eens met elkaar verband kunnen houden. Het onderscheid tussen nevenschikkende en meervoudige argumentatie kan dus soms erg discutabel en daardoor minder waardevol zijn (voor de argumentatieliefhebber: het bezwaar in dit geval is natuurlijk het ontbreken van de rechtvaardiging).
ADVIES
Mijn advies zou daarom het volgende aan je zijn. Als je bij een redenering twijfelt of de beweringen nevenschikkend of meervoudig bedoeld worden en er is sprake van de vierde vorm van nevenschikkende argumentatie, beschouw ze dan maar als meervoudig.
Als toehoorder heeft dit dan tot gevolg dat je beide beweringen moet weerleggen wil
je het standpunt onderuit halen. Als je bovenstaand voorbeeld wilt aantonen
dat het geen ellende is in het verkeer, dan moet je bewijzen dat er én
niet veel files zijn én dat er nauwelijks wegwerkzaamheden zijn in Nederland. Weerlegging van één bewering is onvoldoende om het standpunt onderuit te halen. Zo weet je zeker of je volledig bent.
Met een kleine aanpassing - bijvoorbeeld door altijd toe te voegen - was bovenstaande argumentatie trouwens duidelijker nevenschikkend van aard zijn geweest:
S. Wat is het toch altijd een ellende in
het verkeer
1a. want vaak zijn er files
1b. en anders zijn er wel wegwerkzaamheden
Ter afsluiting nog een uitdaging voor de liefhebber: in een nevenschikkend argument zit altijd maar één rechtvaardiging (dus ondanks meerdere beweringen). In een meervoudig argument zit per bewering een rechtvaardiging:
Nevenschikkend
S. Wat is het toch altijd een ellende in het verkeer
1a. want vaak zijn er files
1b. en anders zijn er wel wegwerkzaamheden
1c. Als er én vaak files zijn én er anders wel wegwerkzaamheden zijn
dan is het altijd een ellende in het verkeer (rechtvaardiging: de norm)
dan is het altijd een ellende in het verkeer (rechtvaardiging: de norm)
Meervoudig (bestaande uit twee nevenschikkende argumenten van versie 3)
S. Het was vandaag een ellende in het verkeer
1a. Er stonden veel files
1b. Alleen al als er veel files staan dan vind ik het al een ellende in het
verkeer (rechtvaardiging)
verkeer (rechtvaardiging)
2a. Er waren nauwelijks parkeerplaatsen te vinden
2b. Als er nauwelijks parkeerplaatsen te vinden zijn dan vind ik het al een ellende in het
verkeer (rechtvaardiging)
verkeer (rechtvaardiging)